05 Aug Topsporten en studeren, hoe gaat dat samen?
Zes dagen per week trainen, vijf dagen per week in de collegebanken. Topsport en studeren zijn twee tijdrovende dingen. Een aantal universiteiten heeft dan ook speciale regelingen voor topsporters. Want hoe train je voor Rio, terwijl je ook je bindend studieadvies moet halen?
“Ik loop nu op schema, dus het gaat goed”, zegt Tessa van Schagen. Tijdens de Olympische Spelen komt zij uit op de 200 meter sprint en de 4×100 meter estafette. Met deze equipe behaalde Van Schagen vorige maand goud tijdens het EK in Amsterdam. Sinds vorig jaar studeert ze ook nog eens psychologie aan de Universiteit Leiden.
Waar de gemiddelde student tussen het studeren even een rondje gaat lopen, doet Van Schagen precies het omgekeerde. “In plaats van altijd alleen maar met sport bezig te zijn, vind ik het fijn om mijn gedachten soms ergens anders op te kunnen richten.”
Maar is dat niet slopend, non-stop sporten en studeren? “Het is op zich goed te doen”, zegt Van Schagen. “Op de universiteit kun je op een zelfstandige manier leren. Ik kan mijn rooster zelf indelen en aanpassen op mijn trainingsschema. Soms is het trainen, college en weer trainen. Dan zit het wel dicht op elkaar.”
Ze heeft door het sporten dan ook een ander leven dan de meeste studenten. “Ik zit niet bij een studentenvereniging en ik ga ook niet uit.”
Als sprinter vertraging oplopen
Het wordt pas lastig als je als topsporter een paar weken naar het buitenland moet voor een trainingskamp of toernooi. “Ja, dan moet je kijken hoe dat kan. Je kunt een vak minder volgen, maar dan duurt de studie natuurlijk wel wat langer.”
Van de 242 Nederlandse olympiërs volgen er vijftig een opleiding. Om de sporters tegemoet te komen, ontwikkelden verschillende hogescholen, universiteiten en het NOC*NSF het actieplan Flexibel Onderwijs en Topsport. Door dit plan zijn beurzen beschikbaar en de onderwijsinstellingen bieden hun onderwijs zo flexibel mogelijk aan.
Van Schagen mag van haar universiteit bijvoorbeeld vier colleges per blok missen, waar anderen twee lessen mogen overslaan. Andere mogelijkheden zijn ruimere deadlines, extra toetskansen en het op afstand streamen van colleges.
In Rio hoopt Van Schagen haar persoonlijke record op de 200 meter te verbreken. Op de estafette is een finaleplaats haalbaar. “Amerika en Jamaica zijn de favoriet, maar iedereen kan het stokje laten vallen. Alles kan dus gebeuren.” En na de Spelen? “Gewoon weer terug in de studieboeken.”
De 200 meter sprint begint met de series op maandag 15 augustus. Drie dagen later starten de estafettedames.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.